Is duurzaam ondernemen nog mogelijk?

Nagenoeg elke beweging komt met een tegenbeweging. En dat is met ESG – de milieu-, sociale en bestuursverantwoordelijkheid van bedrijven – niet anders. Vooral in de VS.

De verantwoordelijkheid van een bedrijf? Bovenal rendement genereren voor zijn aandeelhouders. Dat was lange tijd dé gangbare opvatting. De afgelopen decennia kwam er echter een opvallende verschuiving in de manier waarop we naar de verantwoordelijkheid van bedrijven kijken. Het is niet langer voldoende om alleen financiële waarde te creëren; bedrijven worden nu ook geacht een positieve bijdrage te leveren aan de samenleving, het milieu en de welvaart van alle stakeholders, inclusief werknemers, leveranciers, de gemeenschap en de planeet als geheel.

Op de retour?

Het groeiende belang van ESG-criteria heeft de doctrine van ‘rendement eerst’ verzwakt. Misschien wel voor altijd. Volgens de jongste gegevens (2022) van the Global Sustainable Investment Alliance (GSIA), die elke twee jaar met een update komt, is er wereldwijd ondertussen voor zo’n 30,3 biljoen dollar in verantwoorde beleggingen geparkeerd. Goed voor een toename van ruim 65 procent in acht jaar tijd.
Alleen … daar hoort een kanttekening bij. Want terwijl ESG in de meeste markten verder aan populariteit wint, is het in de VS op zijn retour: tussen 2020 en 2022 is er zelfs sprake van een halvering in de toegewezen middelen aan ESG–beleggingen. Die aderlating is volgens het GSIA vooral te wijten aan een veranderde methodologie om de cijfers te berekenen. Maar er is ook een andere verklaring: een negatief sentiment tegenover ESG.

Gewikt en gewogen

Zoals bij elke revolutie heeft ook ESG een tegenreactie uitgelokt. Een stelling is dat ESG soms meer een marketinginstrument is geworden dan een echte drijfveer voor verandering. Dat heeft geleid tot een gezond debat over de green-, blue- en pinkwashingpraktijken van sommige bedrijven, die hun ESG-prestaties overschatten om investeerders aan te trekken. Tegelijk blijft het kwantificeren van ESG-aspecten een complexe materie en zijn de meetmethodes nog verre van gestandaardiseerd.

Los van die terechte aanmerkingen is er ook een antiwokebeweging ontstaan die simpelweg vindt dat bedrijven zich vooral moeten bezighouden met winst te maken, en niets anders.

Er is een antiwokebeweging ontstaan die simpelweg vindt dat bedrijven zich moeten bezighouden met winst te maken, en niets anders.

Ban tegen ESG

Het anti-ESG kamp is een heel diverse beweging met uiteenlopende profielen: van traditionele investeerders tot klimaatontkenners en Republikeinse kopstukken die zich opwerpen tegen ESG. Zij kanten zich tegen een bedrijfselite die beslist wat goed of fout is voor de samenleving, stellen dat ESG-strategieën politiek gemotiveerd zijn en ten koste gaan van economische groei en vrijheid.

Het blijft daarbij niet alleen bij retoriek. Wetgevers van meer dan een dozijn staten, van Utah tot Florida, proberen de integratie van ESG-principes in het bedrijfsleven tegen te houden en willen banken die een ESG-beleid nastreven bannen om deel te nemen aan publieke financieringsoperaties. Sommige staten deden dat al met succes.


Aangezien de overheid ook een toezichthoudende rol heeft over onder meer publieke pensioenfondsen, waarin vele honderden miljarden dollars aan activa geparkeerd staan, kan dat soort wetgeving gevolgen hebben voor de toekomst van verantwoord beleggen.

Kopje laag houden

De tegenbeweging vertaalt zich niet alleen in het feit dat vermogensbeheerders, zoals BlackRock, die ESG hoog in het vaandel dragen de boksbal zijn geworden van de anti-ESG-beweging. Tegelijk zijn er ook vermogensbeheerders die op de kar springen van het anti-ESG-sentiment. Zo zijn er al trackers beschikbaar die expliciet ingaan tegen ESG-criteria en zijn er vermogensbeheerders die bedrijven expliciet aansporen om minder op ESG te focussen, en meer op winst.

Vooral in de VS heeft deze evolutie het een en ander teweeggebracht. Bedrijven zijn zwijgzamer geworden over hun inspanningen op het gebied van duurzaamheid (‘greenhushing’). Of de terughoudendheid om te praten over thema’s als klimaat en diversiteit de daadkracht binnen bedrijven vertraagt, is nog onduidelijk. Maar de publieke druk om het kopje laag te houden, bevordert de overgang naar duurzamere praktijken niet.

In eigen voet schieten

De reactie van grote institutionele investeerders en financiële dienstverleners op de anti-ESG-beweging blijft vooralsnog voorzichtig. Velen blijven overtuigd van de waarde van ESG-investeringen, zowel vanuit een ethisch perspectief, als in termen van risicobeheersing en langetermijnrendement. De anti-ESG-beweging lijkt zich ook in de voet te schieten. Door financiële instellingen die ESG-principes toepassen te bannen om samen te werken met overheden, is er minder competitie. Zo heeft de anti-ESG-campagne in zes Amerikaanse staten volgens een studie tot 708 miljoen dollar aan belastinggeld gekost door hogere rentevoeten op municipal bonds.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.