In een wereld boordevol lineaire economie – kopen, gebruiken, weggooien – biedt de circulaire economie meer dan een duurzaam alternatief. Het is ook een zakelijke strategie die de bedrijfsrisico’s verlaagt en financiële prestaties verhoogt.
Jaarlijks onttrekken we 100 miljard ton grondstoffen aan onze planeet. Een deel daarvan belandt op plekken waar het beter niet belandt. Zo stroomt er elke minuut een vuilniswagen vol plastic in onze oceanen. En wordt elke seconde een vuilniswagen met kleding gestort of verbrand.
Als we daar niets aan doen, zullen we tegen 2060 dubbel zoveel grondstoffen als vandaag ontginnen. Dat is niet alleen onsympathiek voor onze aardbol en het klimaat. Er verdwijnt op die manier ook ontzettend veel geld aan waardevolle grondstoffen uit de economie.
In een lineaire economie is elke stap van de supplychain erop gericht om grondstoffen of producten zo snel en goedkoop mogelijk naar het volgende punt te brengen, waar ook ter wereld.
Dit systeem, hoewel efficiënt op het eerste gezicht, is vatbaar voor verstoringen. Denk aan (handels)oorlogen, pandemieën of natuurrampen die de toevoer kunnen belemmeren. Een knik in de lijn kan leiden tot een domino-effect dat de hele productie- en distributieketen ontregelt en tot prijsvolatiliteit leidt.
Wat is een circulaire economie?
In een circulaire economie worden productie en consumptie op elkaar afgestemd. Daarbij worden producten zo lang mogelijk gedeeld, gehuurd, hergebruikt, gerepareerd. Of in allerlaatste instantie gerecycleerd.
‘Het betekent dat we herdefiniëren hoe we producten ontwerpen en gebruiken, zodat we rondjes kunnen draaien met dezelfde materialen. In een 100 procent circulaire economie bestaat afval niet meer’, vertelt Karel Van Acker, professor circulaire economie aan de KU Leuven.
Als de CSRD bedrijven verplicht om meer informatie te verschaffen, kunnen ze deze gegevens net zo goed strategisch gebruiken om hun circulaire doelstellingen te realiseren.
Karel Van Acker, professor circulaire economie aan de KU Leuven.
‘Door grondstoffen lokaal te hergebruiken, worden bedrijven minder afhankelijk van externe, verafgelegen leveranciers en daalt het risico op verstoringen, waardoor bedrijven een stabielere supplychain kunnen opbouwen zonder van leverancier te hoeven wisselen of naar alternatieve grondstoffen te zoeken.’
Dat een circulaire economie beter is voor de planeet en meer robuustheid in de supplychain brengt, daar hoeft wellicht niemand van overtuigd te worden. Het kan echter ook een concurrentievoordeel voor bedrijven opleveren dat verder gaat dan alleen maar ‘goed doen’.
Hoeveel brengt circulair ondernemen op?
Bedrijfsactiviteiten meer circulair maken: hoeveel geld kan dat opleveren? Daarvoor bestaat uiteraard geen universele formule. Onderzoek bij ruim 220 Europese beursgenoteerde ondernemingen levert wel twee nuttige inzichten op.
Het eerste inzicht is dat hoe meer circulair een bedrijf is, hoe beter de risico-rendementsverhouding van het aandeel. Een toename van 10 procent in de circulariteitsscore (op basis van 140 meetpunten) zorgt voor een toename van 0,2 van de Sharpe-ratio, een maatstaf die gebruikt wordt om het rendement van een belegging te vergelijken met het risico dat eraan verbonden is. Een hogere Sharpe-ratio suggereert een meer ‘efficiënte’ belegging, omdat een investeerder meer rendement krijgt voor hetzelfde risiconiveau.
Het tweede inzicht leert ons dat hoe meer circulair een bedrijf is, hoe kleiner de kans dat het z’n schulden niet kan afbetalen. Een toename van 10 procent in de circulariteitsscore doet de kans op een ‘default on debt’ zakken met 8,6 procent over een periode van één jaar en 4,9 procent over een periode van 5 jaar.
Op welke kosten wordt bespaard?
Circulair ondernemen biedt tal van manieren om kosten te besparen. Aan de kostenkant zorgt het hergebruik van materialen voor een afname in de uitgaven aan nieuwe grondstoffen. Dit is vooral voordelig voor bedrijven in sectoren waar de grondstofprijzen fluctueren.
Aan de andere kant verlengt een circulair model de levensduur van activa. Hierdoor kunnen afschrijvingen over een langere periode worden uitgespreid en kosten worden bespaard.
Waar zitten de nieuwe inkomsten?
Daarnaast kunnen bedrijven met een circulair model extra inkomsten aanboren, zoals het terugwinnen van waardevolle grondstoffen, door de verkoop van gereviseerde producten of door een servicemodel aan te bieden.
‘Bij zo’n servicemodel blijft één bedrijf verantwoordelijk voor de hele levenscyclus van een product, van productie tot demontage’, legt Van Acker uit. ‘Dit creëert een dynamiek waarbij het bedrijf er alle belang bij heeft om producten te maken die lang meegaan, makkelijk kunnen worden hersteld en uiteindelijk kunnen worden gerecycleerd of hergebruikt.’
Door eigenaar te blijven van het product kunnen bedrijven nieuwe inkomstenstromen genereren. Denk aan onderhoudscontracten, software-updates of zelfs een compleet ‘product-as-a-service’-model waarbij klanten betalen voor het gebruik van een product, maar het eigendom bij het bedrijf blijft. Deze benadering leidt niet alleen tot terugkerende inkomsten, maar ook tot een sterkere, langdurigere relatie met klanten.
Wat zijn de financiële hefbomen?
Om de toekenning van kredieten te beoordelen, gebruiken banken steeds vaker criteria om te beoordelen hoe een onderneming en/of een geplande investering impact heeft op ESG-aspecten. Als een onderneming actief investeert in circulaire strategieën kan dit het risicoprofiel van dit bedrijf gunstig beïnvloeden. Hiervoor krijgt het bijvoorbeeld gunstigere rentevoeten voor kredieten.
Een solide trackrecord in circulair ondernemen kan ook de aantrekkelijkheid van een bedrijf voor investeerders vergroten. In een tijd waarin sociale verantwoordelijkheid en duurzaamheid steeds meer gewicht in de schaal leggen, kunnen bedrijven die aantoonbaar duurzaam zijn een breder scala aan investeerders aantrekken.
In de circulaire economie hebben bedrijven er alle belang bij om producten te maken die lang meegaan, makkelijk kunnen worden hersteld en uiteindelijk kunnen worden gerecycleerd of hergebruikt.
Karel Van Acker, professor circulaire economie aan de KU Leuven
Tot slot kan ook de overheid een duit in het zakje doen: er zijn talrijke stimulansen en subsidies voor ondernemingen die inspanningen leveren voor de circulaire economie.
Waar liggen de barrières?
De circulaire economie mag aantrekkelijk lijken, de omschakeling is niet zonder obstakels. Een van de meest evidente uitdagingen is de operationele complexiteit die komt kijken bij de implementatie. Traditionele supplychain-modellen moeten vaak volledig worden herzien om hergebruik, reparatie en recyclage naadloos te integreren.
Dit betekent investeringen, training van medewerkers en het opbouwen van samenwerkingsverbanden met nieuwe soorten toeleveranciers. De initiële kosten van het omschakelen kunnen hoog zijn en het kan een tijd duren voordat de investering zichzelf terugbetaalt.
Daarnaast is er ook een mentale verschuiving nodig. Het traditionele denken in termen van productie-efficiëntie maakt plaats voor een focus op de gehele levenscyclus van het product. Een circulair bedrijfsmodel vereist ook een cultuurverandering waarin duurzaamheid en langetermijndenken centraal staan.
Het vraagt om een herdefiniëring van ‘succes’, waarbij financiële winst niet langer het enige streven is maar onderdeel wordt van een bredere visie op duurzaamheid en maatschappelijke impact.
‘In de transitie naar circulair ondernemen speelt informatie een niet te onderschatten rol’, besluit prof Karel Van Acker. ‘Waar komen grondstoffen vandaan? Wat gebeurt er met producten nadat ze zijn verkocht of opgebruikt? Wanneer kunnen er problemen ontstaan met het product zelf?’
‘De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) schept in dit opzicht een nieuw kader, want het verplicht bedrijven tot meer transparantie. En als bedrijven in lijn met CSRD toch meer informatie moeten verschaffen, kunnen ze deze gegevens net zo goed strategisch gebruiken om hun circulaire doelstellingen te realiseren.’