Social impact bonds: geld dat goed doet

Sanitaire voorzieningen voor gezinnen verbeteren, ex-gedetineerden helpen om een frisse start te maken of nieuwkomers aan een job helpen. Social impact bonds slaan de brug tussen maatschappelijke uitdagingen en investeerders die impact nastreven.

Wat is een social impact bond?

In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is een social impact bond – kortweg SIB – geen klassieke bond of obligatie. Een social impact bond is eerder een kansencontract tussen drie partijen om een maatschappelijk probleem te tackelen.

Hoe werkt het?

Een of meerdere investeerders – dikwijls filantropische organisaties – leggen geld op tafel voor een concrete en meetbare maatschappelijke doelstelling. Dat kan heel breed zijn: het aantal spijbelaars in Amsterdam verminderen met 15 procent of zelfs 100 hectare mijnenvelden in Cambodja tot rijstvelden omvormen.

Het geld komt terecht op de rekening van een organisatie, die het specifieke probleem wil aanpakken. Zij ontvangt het budget, maar krijgt ook targets en een deadline opgelegd om de opdracht te klaren.

De derde betrokken partij is meestal een overheid, of soms een ngo. Als de resultaten en verwachtingen van het project ingelost worden, dan betaalt die het geïnvesteerde bedrag terug aan de investeerders. Daarbovenop kunnen de investeerders ook een rendement ontvangen. Wordt er niet aan de voorwaarden voldaan, dan zien de investeerders hun geld doorgaans niet terug.

Wat zijn de voordelen van een social impact bond?

Als het project succesvol is, dan winnen alle partijen. De investeerders ondersteunen een sociaal project, maken een impact en kunnen bij een positieve uitkomst hun geld (en het behaalde rendement) opnieuw aan het werk zetten.

De uitvoerende organisatie krijgt de middelen. Dankzij de meetbare doelstellingen krijgen ze ook de kans om aan te tonen dat de aanpak werkt en geloofwaardig is, wat dan weer de deur opent voor meer financiering. In aanmerking komen ook preventieve projecten, die zonder private investeerders niet tot stand zouden komen of niet op even grote schaal.

Voor de overheid of de ngo zit de win in het no cure, no pay-principe: zij betaalt de investeerders pas als de resultaten worden behaald.

Wat zijn de nadelen en risico’s?

Investeerders dragen het risico dat ze hun investering verliezen als de doelstellingen niet worden behaald, al kunnen ze beschermingsmechanismen inbouwen. Veel maatschappelijke problemen vergen ook tijd om aan te pakken, waardoor SIB’s vaak lange doorlooptijden hebben. Dat kan zowel een voordeel als een nadeel zijn, maar voor investeerders-filantropen betekent het dat hun kapitaal voor langere tijd vastzit.

De strikte focus op vooraf bepaalde doelstellingen kan de flexibiliteit van de uitvoerende organisaties beperken om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden of onvoorziene uitdagingen tijdens de projectuitvoering.

Er bestaat een risico dat de nadruk op meetbare resultaten leidt tot ‘cherry picking’, waarbij projecten zich alleen richten op deelnemers die het meest waarschijnlijk bijdragen aan het behalen van de gestelde doelen, ten koste van degenen die mogelijk meer hulp nodig hebben, maar minder kans hebben op succes.

Hoe groot is de markt van social impact bonds?

Eerder klein dan groot. Volgens een databank beheerd door de Universiteit van Oxford zijn er wereldwijd tot op vandaag net geen 300 impact bonds uitgegeven, die samen een bedrag vertegenwoordigen van ruim 750 miljoen dollar. Ruim de helft van de SIB’s zijn gericht op projecten rond training en opleiding, gezondheid, welzijn voor gezin en kind, onderwijs en dakloosheid. In totaal hebben al deze projecten tot nog toe 2,5 miljoen begunstigden bereikt.

Zijn social impact bonds een nieuw fenomeen?

Niet nieuw, wel recent. De eerste social impact bond werd in 2010 in het VK gelanceerd. Dat geld ging naar de begeleiding van recidiverende gedetineerden die uit de gevangenis van Peterborough kwamen. De hoofddoelstelling was om het aantal recidiverende gevangenen met 7,5 procent te doen dalen. De eerste SIB was een succes (9 procent). De overheid betaalde de 17 investeerders hun ingelegde bedrag terug met een jaarlijks rendement van 3 procent erbovenop.  

In België zijn er tot nog toe vier SIB’s uitgegeven: een project om jonge, werkzoekende migranten te koppelen aan ervaren lokale gepensioneerden, een initiatief tegen dakloosheid bij jongeren, een project om kwetsbare jongeren te leren programmeren en een initiatief om kansarme jongeren in het arbeidscircuit te lanceren.