Projectfinanciering maakt de energietransitie financieel haalbaar

Hendrik Deboutte (BNP Paribas Fortis) en Evelyn Volckeryck (BNP Paribas CIB)

De Franse batterijmaker ACC leende zopas miljarden voor de bouw van diverse fabrieken voor autobatterijen. De Prinses Elisabeth-zone, een offshore windenergiezone in de Belgische Noordzee, heeft al even grote financieringsnoden. Tegen 2040 bedragen de globale investeringskosten van de energietransitie naar schatting 5.000 miljard euro per jaar. Hendrik Deboutte en Evelyn Volckeryck, beide Director Energy, Resources & Infrastructure bij BNP Paribas CIB (Corporate and Institutional Banking), lichten de financieringsbehoeften en -instrumenten toe die daarmee gepaard gaan.

Tegen 2050 wil Europa koolstofneutraal zijn en daar zijn enorme bedragen voor nodig. ‘Tot nu toe gingen investeringen vooral naar hernieuwbare energie en elektrificatie’, zegt Hendrik Deboutte. ‘We zien in de toekomst een enorme boom in nieuwe sectoren zoals waterstofproductie, niet-fossiele brandstoffen, CO2-opvang en doorgedreven elektrificatie.’

’Maar aan nieuwe technologieën zijn ook nieuwe risico’s verbonden’, pikt Evelyn Volckeryck in. ‘Die moeten we grondig leren kennen en begrijpen. We zijn ons aan het inwerken in nieuwe sectoren waar wij verwachten dat er het volgende decennium grote investeringen nodig zijn. Onze rol naar onze klanten toe is daar eerder adviserend. Tegelijk creëren we een ecosysteem met verzekeraars en fondsen die mee willen investeren.’

Deboutte: ‘Low carbon fuels zijn een eerste voorbeeld. Waterstof is een drager van veel van die toekomstige energiebronnen. Er is ook het afvangen van CO2 voor opslag of gebruik in de bouwindustrie als grondstof. En dan is er uiteraard de hogergenoemde financiering van batterijfabrieken.’

BNP Paribas financierde al acht offshore windprojecten in de Belgische Noordzee. De volgende ronde wordt de Prinses Elisabeth-zone. Via welke instrumenten?

‘Die acht parken vertegenwoordigen samen 2.200 megawatt, goed voor een equivalent van twee à drie kerncentrales’, schetst Deboutte. ‘De Prinses Elisabeth-zone krijgt een capaciteit van 3.500 megawatt op een gelijkaardige oppervlakte. Dat is samen bijna 25 procent van de huidige capaciteit van de Belgische elektriciteitsproductie.’

We adviseren onze klanten bij hun zoektocht naar de financiering van energietransitieprojecten.

Evelyn Volckeryck, Director Energy, Resources & Infrastructure bij BNP Paribas CIB

‘De onderliggende contracten en de resulterende kasstromen ondersteunen de leningen voor zo’n project’, legt Volckeryck uit. ‘Dat zijn bijvoorbeeld de levering en het onderhoud van turbines, funderingen en onderzeese kabels, de tariefondersteuning van de overheid en de verzekeringen.’

Deboutte: ‘Door de kasstromen in te schatten, kan een bank significante bedragen op langere termijnen financieren. Extra capaciteit in de financieringsmarkt wordt gecreëerd door de Europese Investeringsbank en door exportkredietsteun via instrumenten die overheden ter beschikking stellen. Als bank nemen we die dus mee in onze projecten.’

‘Belangrijk daarbij is dat overheden hun wetgevend kader niet retroactief veranderen, zoals in Spanje gebeurde’, zegt Volckeryck. ‘Dat legde daar de hele financieringsmarkt voor jaren stil. Ook de vergunningsproblematiek, bijvoorbeeld voor het bouwen van de noodzakelijke transmissieverbindingen, zijn risico’s waar banken met argusogen naar kijken.’

Deboutte knikt: ‘De overheid moet net ondersteuning bieden. Denk aan een degelijk en bewezen contractueel kader en een goede technische voorbereiding. Een dossier als Ventilus, een hoogspanningslijn van Elia, dat een sterk, toekomstgericht en betrouwbaar elektriciteitsnet wil in België, is maatschappelijk complex. Maar zonder transmissiecapaciteit kan de Elisabeth-zone niet gebouwd worden. Daar heeft de overheid dus een belangrijke rol.’

Hoe strategisch belangrijk wordt projectfinanciering van de energietransitie voor BNP Paribas?

‘De ambitie van de groep is om een leidende speler te zijn in de energietransitie’, benadrukt Deboutte. ‘BNP Paribas had in 2023 uitstaande kredieten naar de hernieuwbare energiesector van 32 miljard euro, dat is 65 procent van alle energie gerelateerde kredieten. Tegen 2030 streven we naar 40 miljard ofwel 90 procent van alle energiefinanciering’.

BNP Paribas heeft een engagement om de financiering van fossiele brandstoffen stop te zetten. Dat compenseren we door een groei in de financiering van de energietransitie.

financiering van de energietransitie.’
Hendrik Deboutte, Director Energy, Resources & Infrastructure bij BNP Paribas Fortis

‘BNP Paribas financiert sinds 2023 niet langer de ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden en heeft een engagement om de uitstaande financiering van fossiele brandstoffen terug te brengen tot minder dan 10 procent van de totale financiering van de energieproductie tegen 2030. Dat compenseren we door een groei in hernieuwbare energie en in de energietransitie, want het potentieel en de nood zijn enorm.’

‘Projectfinanciering genereert daarbij extra capaciteit om projecten te financieren die anders buiten het normale circuit zouden vallen. Klanten die omwille van het behoud van een goede rating, hun status als beursgenoteerd bedrijf of uitstaande obligaties beperkt zijn in hun ontleningscapaciteit kunnen via projectfinanciering toch investeren zonder nadelige gevolgen voor hun kredietwaardigheid. Dat kan de hele economie een boost geven.’