De toekomst van onze voeding is bij Colruyt Group niet zomaar een kwestie die door de leveranciers moet opgelost worden. In samenwerking met partners uit de landbouw- en voedingssector timmert de laatste volbloed Belgische foodretailer aan innovaties als in België gekweekte mosselen en verticale landbouw. ‘We moeten niet naïef zijn, soms zijn we het niet eens, maar finaal werken we wel aan hetzelfde: innovatief en duurzaam ondernemen in de landbouw.’
We, dat zijn Saskia De Block, verantwoordelijke voor Colruyt Group’s Farming Operating Unit, Agriculture & Aquaculture, en Kim Vancauwenberghe, verantwoordelijke van Smart Innovation, de innovatiehub van de Colruyt Group. Ze ontmoeten elkaar op het kruispunt van Colruyt Group’s initiatieven in voedselproductie, waar de nood aan innovatie almaar toeneemt.
‘Willen we als bedrijf relevant blijven in deze snel veranderende wereld, dan is het noodzakelijk om continu te investeren in innovatie.’ De Block benadrukt evenwel dat innovatie geen doel op zich is. ‘Uiteindelijk komt er uit onze initiatieven en projecten liefst een product’, zegt ze. ‘We kunnen niet rond de realiteit dat we een retailer zijn die er finaal op gericht is om producten op de best mogelijke manier tot bij de klant te krijgen.’
We moeten Colruyt Group geenszins beschouwen als een innovatieve beeldenstormer die tekeergaat tegen de traditionele landbouwindustrie, vindt Vancauwenberghe. ‘Innovatieve ideeën ontstaan uit een wisselwerking met onze landbouwpartners’, legt ze uit. ‘Vanuit Smart Innovation moeten wij ten dienste staan van de corebusiness van de groep. Maar de innovatie ontstaat zowel vanuit het veld, soms letterlijk, als top-down vanuit onze innovatiehub.’
Wij zijn de laatste Belgische foodretailer en voedselproductie is zonder enige twijfel van strategisch groot belang. Die moeten we voor de lange termijn verankeren in België.
Saskia De Block, Farming Operating Unit, Agriculture & Aquaculture Colruyt Group
Innovatie komt er in alle vormen en maten. Het hoeft niet per se te gaan om futuristische, Star Trek-achtige productiemethodes. ‘Je moet het inderdaad niet altijd ver gaan zoeken’, knikt Vancauwenberghe. ‘Soms gaat het eenvoudigweg om nieuwe methodes om voor welbepaalde producten het seizoen te verlengen of de keten te verkorten door ze lokaal te produceren. Wij maken onze landbouw efficiënter en duurzamer door from farm to fork te werken.’
Belgische mosselen
Hoe reageert een landbouwer als het gaat over duurzaamheid en vooral de kosten die ermee gepaard gaan? De Block erkent dat het kostenplaatje soms tot drempelvrees leidt. ‘Wij hebben een beperkte financiële buffer waarmee we kunnen bijspringen als onze duurzaamheidsvereisten tot bijkomende kosten leiden. Maar onderschat de landbouwers zelf niet. Mocht duurzaamheid er alleen komen omdat wij van bovenaf eisen stellen, zou het niet lukken. Dat wil niet zeggen dat we dat niet doen. Onze lastenboeken met vereisten over bijvoorbeeld dierenwelzijn gaan bijvoorbeeld verder dan de wettelijke verplichtingen. Evengoed komen landbouwers zelf met ideeën. Het project van de carbon farming in de veehouderij is op die manier tot stand gekomen: in samenwerking met producentenorganisatie Vlaams Hoeverund werken we aan een oplossing waarbij we koolstof capteren in de grond.’
Vaak springt Colruyt Group nog verder. Een mooi voorbeeld is de zeeboerderij Westdiep, die in 2022 het licht zag in de Noordzee in Nieuwpoort en waar vorig jaar de eerste echt Belgische mosselen werden geoogst. ‘Dat was een hele onderneming en niet zonder risico op mislukking’, herinnert Vancauwenberghe zich. ‘Zo’n zeeboerderij commercieel opstarten in een grillige omgeving als die van de Noordzee was allesbehalve evident.’ En ook in dat verhaal was samenwerken met partners onontbeerlijk, merkt De Block op. ‘Wij hadden de middelen om dit project op de juiste schaal te ontwikkelen. Maar al het werk en onderzoek dat eraan voorafging, was teamwerk.’
Ook het verhaal van vertical farming – waarbij je planten en gewassen teelt in gesloten installaties met meerdere lagen boven elkaar om de milieu-impact te minimaliseren – gaat over verder durven springen. Het is een project waar Colruyt Group al vijf jaar hard op inzet. ‘Zowat alles komt samen: moderniseren, automatiseren en digitaliseren om te komen tot een duurzame oplossing die we lokaal kunnen ontwikkelen. En die duurzaamheid gaat ver. We kunnen het waterverbruik met 90 procent terugdringen, de ambitie is om het energieverbruik tussen 35 à 50% te reduceren door in te zetten op belichting en klimatisatie’, vertelt ze. ‘In 2017 gingen we van start met labotesten met kruiden, waar al een mooi en efficiënt product werd ontwikkeld om de BioPlanet-winkels mee te bevoorraden.’ De volgende stap zijn aardbeien. ‘We gaan naar een minifabriekje waarmee we op Colruyt Group-schaal nu al heerlijke Belgische aardbeien kunnen produceren.’
Innovatieve ideeën ontstaan uit een wisselwerking met onze landbouwpartners.
Kim Vancauwenberghe, verantwoordelijke Smart Innovation Colruyt Group
De interesse vanuit de landbouw is groot, al blijven er nog veel vraagtekens over de financiële haalbaarheid. ‘We zoeken zelf voortdurend naar oplossingen om de kostenefficiëntie op te krikken. Alle antwoorden hebben we nog niet. Vertical farming is geen antwoord op alle uitdagingen in landbouw, maar het gaat om een mooie aanvulling op diens beperkingen.’ De Block vult aan: ‘We willen geen concurrent worden van de bestaande aardbeitelers. Integendeel: ze vullen elkaar aan: wanneer het klassieke Belgische seizoen stopt, kunnen we met deze aardbeien het jaar rond onze klanten blijven bedienen, terwijl ze gewoon uit België blijven komen.’
Vaste poule landbouwers
Terwijl de innovatiehub timmert aan de grote innovaties voor de toekomst, slaat Colruyt Group de handen in elkaar met de bestaande landbouw. Sinds enige tijd heeft het zich ontpopt tot koper van bestaande landbouwgrond. ‘Wij zagen de realiteit op de markt’, verklaart De Block. ‘Heel wat landbouwgrond verandert van eigenaar en nadien verandert de bestemming zodat die uit het Belgische landbouwareaal verdwijnt. Vandaar dat we actief begonnen te kopen. En de landbouwgrond die wij verwerven, blijft landbouwgrond.’
Colruyt Group wil geen grootgrondbezitter zijn die akkers verpacht aan boeren, beklemtoont De Block. ‘Vergis je niet: verpachten lijkt simpel, maar juridisch zit dat complex in elkaar en het is bovendien niet de oplossing die wij zien. We werken actief samen met onze partners om die gronden op innovatieve en duurzame manier te bewerken. Het is een beetje trial-and-error. Klassieke contracten tussen retailers en landbouwers lopen telkens een jaar. De landbouwer huurt de grond en blijft eigenaar van zijn opbrengst, maar hij weet dat wij klaarstaan om zijn oogst af te nemen. In Limburg werken we met contracten van onbepaalde duur met een landbouwbedrijf, en dat loopt goed. Met hen bekijken we bijvoorbeeld samen het potentieel van zwarte bonen op een aanzienlijke oppervlakte in ons land. Dat samenwerkingsmodel willen we verder uitrollen om te komen tot een poule landbouwers die vaste partners worden voor de verschillende teelten.’
Colruyt Group focust op gronden, maar niet op boerderijen. De enige opmerkelijke uitzondering is het Zilverleen in het West-Vlaamse Alveringem. De eigenaars van de bioboerderij waren vruchteloos op zoek naar een overnemer en kwamen finaal uit bij Colruyt Group. ‘Het was een kans die we niet konden laten liggen’, zegt De Block. ‘Zilverleen beschikt over 25 hectare aanpalende biogrond.’
Strategisch belang
Uiteraard botst het ook wel eens met de landbouwpartners. ‘Als ze voor onze deur een blokkade opwerpen, dan weet je het wel’, zegt De Block. ‘Wij hebben toen veel gesprekken gehad. Wij begrijpen dat het voor boeren bij momenten wel heel veel wordt. Maar we ontdekten dat heel wat landbouwers te weinig kennis hadden over de keten waarvan ze deel uitmaken. Onze oproep is duidelijk: laat ons blijven praten. Frustraties moeten absoluut kunnen, maar de boel blokkeren lost niets op.’
‘Laat ons samen – retailers, landbouwers en overheden – bekijken wat we kunnen doen om te komen tot een duurzame en rendabele landbouw in België. Wij zijn de laatste Belgische foodretailer en voedselproductie is zonder enige twijfel van strategisch groot belang. Die moeten we voor de lange termijn verankeren in België.’