‘Bedrijven moeten binnenkort bewijzen dat producten niet bijdragen tot ontbossing’

Ward Minnaert en Fiorella Sanchez, KPMG ©Marco Mertens

Op 29 juni 2023 werd de Europese Verordening voor ontbossingsvrije producten (EUDR) van kracht, een wetgeving met verstrekkende gevolgen voor bedrijven die relevante grondstoffen en afgeleide producten op de Europese markt brengen of uitvoeren uit de EU. Fiorella Sanchez en Ward Minnaert van KPMG geven inzicht in de impact en vereisten voor ondernemingen die aan deze verordening moeten voldoen.

Bossen en regenwouden zijn de longen van onze planeet en spelen een essentiële rol in de strijd tegen klimaatverandering. Met deze verordening wil Europa ervoor zorgen dat de Unie haar bijdrage aan ontbossing en bosdegradatie, evenals de uitstoot van broeikasgassen en het verlies aan biodiversiteit wereldwijd, tot een minimum beperkt. ‘De verordening heeft twee grote objectieven’, zegt Fiorella Sanchez van KPMG. ‘Elk bedrijf dat actief is op de Europese markt (dus zowel EU- als niet-EU bedrijven) moet kunnen aantonen dat de grondstoffen en afgeleide producten die het op de Europese markt brengt of uitvoert, niet afkomstig zijn van een stuk land dat ontbost werd na december 2020. Het gaat hierbij om een selectie van grondstoffen, zoals koffie, hout, rubber, cacao en oliepalm, alsook daaraan verwante producten zoals meubels, rubberbanden en chocolade. Daarnaast moeten de grondstoffen worden gewonnen en relevante producten worden geproduceerd in overeenstemming met de lokale wetgeving. Zo heeft Costa Rica bijvoorbeeld specifieke richtlijnen op het gebied van milieu, arbeidsrechten en export voor koffiebonen.’

‘Tot nu toe was er sprake van vrijwillige input van leveranciers, maar nu is een gerichte, gedetailleerde aanpak vereist’

Fiorella Sanchez, Nature and biodiversity lead EMEA bij KPMG

Visibiliteit op supply chain wordt essentieel

De verordening werd vorig jaar goedgekeurd en stelde dat alvast middel en grote bedrijven vanaf 30 december 2024 aan de regels moeten voldoen. Micro en kleine ondernemingen volgden een half jaar later, vanaf 30 juni 2025. Momenteel loopt er echter op Europees niveau een procedure om deze deadlines telkens met een jaar te verschuiven. Het Europees Parlement gaf hiervoor op 14 november zijn goedkeuring. ‘Elk bedrijf moet een due diligence statement indienen met daarin drie essentiële elementen’, vertelt Sanchez. ‘Een duidelijke herkomstverklaring van de grondstof (i.e. de geolocatie van de stukken land waarop de  grondstof werd geproduceerd), een gedetailleerde beschrijving van de relevante producten en tot slot een verklaring van de onderneming dat er aan de vereisten uit de ontbossingswetgeving werd voldaan.

5 essentiële factoren voor compliance

  1. Onderzoek de impact van de EUDR-regels op uw producten en supply chain.
  2. Zet een multidisciplinair EUDR-team op en ontwikkel hierbij ook een strak trainingsbeleid.
  3. Ga in gesprek met leveranciers om er zeker van te zijn dat ook zij voldoende zijn voorbereid.
  4. Leer van andere bedrijven en wissel ervaringen en strategieën uit.
  5. Stel niet uit, want tijdig handelen is cruciaal voor uw bedrijfscontinuïteit.

Leveranciers zijn de belangrijkste factor in dit proces van zorgvuldigheid. ‘Tot nu toe rekende men vaak op vrijwillige input van leveranciers, maar nu is er echt nood aan een gerichte aanpak om alles in kaart te brengen’, vervolgt Sanchez. ‘Dat is niet altijd eenvoudig. Een supermarkt met een eigen huismerk koopt bijvoorbeeld veel verschillende grondstoffen, waardoor die supply chains zeer ingewikkeld kunnen zijn.’

Toeleveranciers zijn vaak bedrijven in ontwikkelingslanden die de verplichtingen van de Europese wetgeving niet kennen, of niet in staat zijn om aan de nodige verplichtingen te voldoen, maar daar kan KPMG bij helpen. ‘We hebben wereldwijd kantoren, dus we kunnen naar de productiesites gaan om ervoor te zorgen dat leveranciers alles correct aanleveren. Tegelijk verifiëren we de informatie’, aldus Sanchez.

‘De krappe timing met uitstel van de verplichtingen op het laatste moment doet wat denken aan het Brexit-verhaal. Uitstelgedrag is desondanks absoluut niet aan de orde’


Ward Minnaert, Manager Global Trade & Customs bij KPMG

Krappe timing vergt gestructureerde aanpak

Dat er nood is aan een multidisciplinaire aanpak bevestigt ook haar collega Ward Minnaert, Manager Global Trade & Customs bij KPMG. ‘De opvolging van de EUDR mag niet alleen op duurzaamheidsverantwoordelijken berusten. Ook afdelingen als legal, IT, aankoop, logistiek of douane spelen een rol.’

Door de verantwoordelijkheid niet bij één persoon te leggen, wordt het volgens Minnaert ook makkelijker om de verordening correct te implementeren. ‘De krappe timing doet wat denken aan het Brexit-verhaal. Uitstelgedrag is dus absoluut niet aan de orde.’

Minnaert maant bedrijven daarom aan hun supply chain op korte termijn gedetailleerd in kaart te brengen. ‘Begin met een goed overzicht van alle relevante producten die je als onderneming op de Europese markt plaatst of uitvoert, goederenstromen en spelers (leveranciers, klanten…), zodat je niets over het hoofd ziet. Welke producten worden ingevoerd, welke ter plaatse geproduceerd? Ga vervolgens per leverancier na of zij aan de lokale wetgeving voldoen en hun werknemers bijvoorbeeld correct betalen. Deze stappen grondig doorlopen kost tijd, maak dus nuttig gebruik van het uitstel van de EUDR-verplichtingen en begin nu met je voorbereidingen.’

Wilt u weten hoe uw bedrijf kan voldoen aan de EUDR?

Neem hier contact op met de experts van KPMG.