Van offshore windenergie over groene waterstof tot diepzeemijnbouw: maritieme solutions provider DEME wil meebouwen aan een duurzame wereld dankzij innovatie en pionierswerk. De tijd dringt, want de EU wil tegen 2050 klimaatneutraal worden. ‘Oplossingen zijn slechts duurzaam als ze blijven duren’, zegt Luc Vandenbulcke, CEO van DEME, kordaat.
De EU wil tegen 2050 koolstofneutraal worden. Zo staat het gebeiteld in de Europese Green Deal die in april werd goedgekeurd door het Europees parlement, de Commissie en de lidstaten. Dat sluit naadloos aan bij DEME’s visie om te werken aan een duurzame toekomst door oplossingen te bieden voor mondiale uitdagingen zoals een stijgende zeespiegel, CO2-uitstoot, vervuilde rivieren en bodems en de schaarste van natuurlijke hulpbronnen. Hoewel het waterbouwbedrijf nog steeds in één adem wordt geassocieerd met baggeren, is de portefeuille de jongste twintig jaar sterk gediversifieerd. Het is met 5.200 werknemers en een vloot van ruim 100 schepen actief in alle wereldzeeën en continenten.
DEME positioneert zich als een wereldleider die oplossingen levert voor wereldwijde uitdagingen en toch kent iedereen jullie vooral als kernbaggeraar.
Luc Vandenbulcke: ‘In het tv-journaal worden we nog altijd aangekondigd als ‘de baggeraar’, terwijl baggeren nog ruim 40 procent van onze activiteiten uitmaakt. Dat blijft heel belangrijk, maar we doen vandaag zoveel meer. Twee jaar geleden splitsten we onze activiteiten op in baggeren, offshore hernieuwbare energie, infra marine- en milieuoplossingen. We werken actief om een maritieme solutions provider te zijn. Met alle nieuwe activiteiten spelen we in op de Green Deal en hernieuwbaarheid. Oplossingen zijn slechts duurzaam als ze blijven duren. Ik zie geen grote toekomst meer in de olie- en gasindustrie. Het is niet alleen ons groen hart dat zegt dat we moeten overschakelen naar hernieuwbare energie, ook vanuit economisch standpunt blijkt dit de toekomst. Hernieuwbare energie wordt veruit goedkoper dan fossiele.’
Ondertussen is offshore-windenergie voor DEME een echte kernactiviteit?
‘Dat klopt: onze offshore-activiteiten zijn vandaag al goed voor 40 procent van onze wereldwijde omzet. 80 procent gaat naar windenergie, slechts 20 procent naar olie en gas. Binnen de olie- en gaswereld zien we een verminderde activiteit in nieuwbouw en ruimen we ook oude installaties op. Ik ontken niet dat er waarschijnlijk nog tot 2050 olie en gas zal opgepompt worden, maar het aandeel van windenergie zal enkel toenemen. Offshore-windenergie is voor ons een exportproduct geworden, als bouwer en (deels) beheerder.’
Jullie opereren wereldwijd, maar de Noordzee is jullie ‘achtertuin’. De expertise die DEME op de thuismarkt opdoet, kunnen jullie exporteren naar de rest van de wereld. Welke projecten lopen er hier momenteel?
‘We installeren o.a. funderingen voor Ørsted in het VK en bouwen in Zuid-Bretagne het eerste windpark op geboorde palen, wat uniek en innovatief is. We hebben ook een project gewonnen om voor drijvende windmolens de kabels te leggen. Het grote voordeel is dat je drijvende windmolens kunt bouwen op plekken met diepe wateren die nu niet bereikbaar zijn. Bij die drijvende windmolenparken zal het rendement hoger liggen. Je kan zones aansnijden waar er veel meer wind is en de windoogst dus veel groter is. Op termijn – ik schat tegen 2030 – worden die zeker competitief. Daarnaast hebben we al op 70 windmolenparken gewerkt en bijna 2.500 turbines offshore gezet. Bijna de helft van alle offshore windturbines wereldwijd is door ons geplaatst. We willen onze pioniersrol behouden.’
Pionieren impliceert risico’s nemen. Soms kan je ook te vroeg zijn…
‘Pionieren zit in ons DNA. Zo bouwden we ooit de Innovation waarbij iedereen zich afvroeg wie zo’n groot schip ooit zou gebruiken; vandaag zetten we er turbines van 14 megawatt mee. We hebben ook een baanbrekend multifunctioneel kabellegschip gebouwd, de Living Stone. Die heeft vorig jaar al meer dan 70 km kabels gelegd tussen de windturbines. Je moet lef tonen, onze aandeelhouders steunen ons daarin. Als ik het traject zie dat we hebben afgelegd in vergelijking met de meer klassieke baggeraars, dan ben ik trots.’
Jullie zijn ook pionier in groene waterstof. DEME Concessions en Omani-partners gaan samen een groene waterstoffabriek ontwikkelen in Duqm, Oman…
‘In Duqm heb je veel goedkope hernieuwbare energie zoals zon en thermische wind, evenals grote, bereikbare locaties on- en offshore. Waterstof kan alleen ‘groen’ worden genoemd als daarbij hernieuwbare elektriciteit wordt gebruikt. Deze waterstoffabriek zal bijdragen tot het koolstofarm maken van de regionale chemische industrie in Oman en zal ook groene waterstof en derivaten zoals groene methanol of ammoniak leveren aan internationale klanten in Europa, bijvoorbeeld in de haven van Antwerpen. We hebben nog een lange weg te gaan om onze petrochemische, staal- en cementindustrie te decarboniseren. Industriële toepassingen lijken misschien minder sexy dan een auto op waterstof, maar net in de industrie kunnen we nog grote stappen zetten.’
Een andere, wereldwijde uitdaging is de bescherming van kusten tegen oprukkend water. Hoe pakt DEME dat aan?
‘Zowel in Nederland, België maar evengoed in Afrikaanse landen beschermen we kustgebieden. In Abu Khir, nabij Alexandrië (Egypte) breiden we de stad en haven uit via landwinning. Door de bevolkingsgroei wordt die stad bijna in de zee geduwd. Wij ontwikkelen er nieuw land om de bevolking te kunnen huisvesten. Creating land for the future is niet toevallig onze slogan. We streven wel naar duurzame oplossingen, zodat we niet elk jaar hoeven terug te komen. Dat doen we o.a. via de aanleg van natuurlijke riffen (coast busters) en zeegrasvelden. Wij pleiten voor zachte kustbescherming, dus geen harde zoals betonnen dijken. De strandverbeteringen die we al op alle continenten uitgevoerd hebben, zijn zachte interventies die zowel de kust beschermen als het toerisme – en dus de blauwe economie ondersteunen. Zachte vormen van kustbescherming zijn per definitie duurzaam.’
Tot slot: jullie investeren miljoenen euro’s in diepzeemijnbouw via dochteronderneming Global Sea Mineral Resources (GSR). Milieuorganisaties zoals Greenpeace willen dit stopzetten. Waarom is die queeste naar mineralen op de oceaanbodem zo belangrijk?
‘Wereldwijd zetten we in op decarbonisatie om de klimaatverandering af te wenden; dat betekent in grote mate elektrificatie en daarvoor hebben we nieuwe grondstoffen nodig. Er is volgens ons geen andere optie: met recycleren alleen komen we er niet. Er zal dus een run komen op mineralen en metalen. Via onze diepzeerobot Patania II willen we diep op de bodem van de Stille Oceaan voor de westkust van Mexico op zoek gaan naar zogenoemde mangaanknollen. Die bevatten kostbare metalen zoals nikkel en kobalt die hard nodig zijn voor de productie van batterijen, smartphones, zonnepanelen en windmolens. Binnen een paar jaar weten we of we dit gebied kunnen ontginnen. We zullen alleen commercieel starten met diepzeemijnbouw als aangetoond is dat het een minder grote impact heeft dan mijnbouw op het land. Alles wat de mens doet, heeft een impact, maar wij willen dit zo duurzaam mogelijk doen.’