De nieuwe Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht organisaties tot het uitvoeren van een dubbele materialiteitsbeoordeling. Wat is dat en hoe pak je dit aan?
‘Wat en waarover rapporteren?’ Dat is de hoofdvraag in de eerste fase van een CSRD-traject. Daarbij speelt de zogeheten dubbele materialiteitsbeoordeling een grote rol. Via die aanpak bekijk je duurzaamheid vanuit twee perspectieven. Aan de ene kant is er de ‘impact’-materialiteit: hoe heeft een bedrijf impact op milieu en maatschappij (inside-out)? Daarnaast is er de ‘financiële’ materialiteit: welke – financiële – impact hebben duurzaamheidstopics op een bedrijf (outside-in)?
Breng de waardeketen in kaart
Omdat een dubbele materialiteitsbeoordeling een complexe, maar noodzakelijke eerste stap is voor een correcte CSRD-rapportage, zijn er een aantal praktische zaken om rekening mee te houden om doelgericht aan de slag te gaan.
Alles start met het in kaart brengen van de waardeketen van de primaire bedrijfsproces(sen). Waar ligt de complexiteit van het bedrijf? Welke impact heeft de organisatie op de wereld? Waar zitten de ketenpartners? Als je onderdelen uit Taiwan importeert, dan maakt die leverancier deel uit van jouw waardeketen, waarover je dient te rapporteren.
Breid uit en voeg onderwerpen toe
Zo creëer je uiteindelijk een macro-analyse van de grootste duurzaamheidsrisico’s in de keten: van biodiversiteit, watergebruik in regio’s met waterschaarste tot arbeidsomstandigheden. Die analyse leidt tot een voorlopige lijst met onderwerpen.
Die lijst breid je uit met verplichte topics uit de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) en eventuele benchmark-onderwerpen die van belang zijn in jouw sector.
Zorg voor een helder normenkader
Elk onderwerp uit die lijst wordt gequoteerd. Op impact-materialiteit door te kijken naar schaal, omvang en herstelbaarheid. En op financiële materialiteit door te kijken naar de ernst en waarschijnlijkheid van de impact.
Creëer een macro-analyse van de grootste duurzaamheidsrisico’s in de keten: biodiversiteit, watergebruik in regio’s met waterschaarste, arbeidsomstandigheden…
Een bedrijf mag kiezen hoe het een score toekent aan de onderwerpen, bijvoorbeeld met een driepunts- of vijfpuntsschaal. En ook de threshold, de drempel of exacte grens vanaf wanneer de rapportageverplichting ingaat, mag je vrij bepalen.
Belangrijk daarbij zijn een goed normenkader en heldere definities. Anders kijken uw financiële medewerkers heel anders naar de situatie dan uw duurzaamheidsmanager.
Geef scores en bespreek de uitkomsten
Daarna start je met scoren, waarna je de uitkomsten bespreekt met zowel interne als externe stakeholders. Vanuit de richtlijn is het trouwens verplicht om te noteren hoe je met stakeholders in contact bent geweest.
Dat mag je gerust breder aanpakken, bijvoorbeeld via een interne survey, werksessie of rondetafelgesprek met collega’s. Verschillende mensen met diverse perspectieven naar definities laten kijken, is een goede manier om een interne discussie op gang te brengen, wat een van de doelen van CSRD is.
Ga aan de slag met de resultaten
Besef tot slot dat rapporteren niet de eindbestemming is. Veel belangrijker is dat je aan de slag gaat met de resultaten. Zorg bovenal dat je op tijd klaar bent en zo mogelijk proefdraait: op kwartaal- eerder dan op jaarbasis.
Rapporteer in 2024 bijvoorbeeld tijdens het tweede kwartaal over het eerste kwartaal, zodat u weet hoe je alle informatie ophaalt uit de organisatie en het werk verspreidt.