Veel organisaties maken zich klaar om te voldoen aan de nieuwe Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Ontdek in één oogopslag een handvol vaak gestelde vragen én antwoorden rond deze duurzaamheidsrapportage-eisen.
1. Welke organisaties moeten tegen wanneer rapporteren?
Vandaag zijn grote organisaties van openbaar belang en beursgenoteerde ondernemingen in de EU verplicht om niet-financiële informatie op te nemen in het bestuursverslag. De CSRD geldt voor veel meer bedrijven:
Vanaf 2025 moeten alle grote beursgenoteerde Europese ondernemingen die voldoen aan minstens twee van de drie volgende voorwaarden verplicht rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties van het boekjaar 2024.
- >500 werknemers
- >40 miljoen euro omzet, en/of
- >20 miljoen euro balanstotaal
Vanaf januari 2026 moeten ook grote Europese ondernemingen rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties van het boekjaar 2025. Hieronder vallen de ondernemingen die minstens voldoen aan twee van de drie volgende criteria:
- >250 werknemers
- >40 miljoen euro omzet en/of
- >20 miljoen euro balanstotaal
Vanaf januari 2027 geldt de rapportageverplichting ook voor beursgenoteerde Europese kmo’s. Zijn brengen dan verslag uit over het boekjaar 2026. Dat geldt in het geval deze ondernemingen aan minstens twee van de drie volgende criteria voldoen:
- >10 werknemers
- >700 000 euro omzet en/of
- >350 000 euro balanstotaal
Tot slot moeten vanaf januari 2029 ook niet-Europese ondernemingen met minstens één filiaal of dochteronderneming in Europa, met meer dan 150 miljoen euro omzet rapporteren over boekjaar 2028.
2. Wat is een dubbele materialiteitsbeoordeling?
Bedrijven dienen onder de CSRD te rapporten vanuit twee perspectieven. Enerzijds is er de positieve en negatieve impact van de onderneming op mens en milieu (de inside-out visie).
Anderzijds creëren ontwikkelingen en gebeurtenissen op het vlak van duurzaamheid ook financiële risico’s en kansen voor organisaties (de outside-in visie). De dubbele materialiteit verwijst dus naar de totaliteit van zowel de financiële materialiteit als de impactmaterialiteit.
3. Moet er ook info over de waardeketen opgenomen worden?
Ja, de CSRD heeft indirect een invloed op bedrijven in de waardeketen van het rapporterende bedrijf. Die laatste organisatie moet de upstream- en de downstreamactiviteiten beoordelen, uitleggen hoe het duurzaamheidskwesties in de waardeketen beheert en bepaalde bijbehorende data verstrekken.
Het is zo dat niet alle bedrijven in de waardeketen onder het toepassingsgebied van de CSRD vallen. Contractuele afspraken zijn het belangrijkste stimuleringsmechanisme om ook van hen de vereiste gegevens te verkrijgen.
4. Welke (extra) kosten brengt de CSRD mee?
De naleving van de CSRD vereist de invoering van nieuwe meet- en rapportageprocedures, het beschikken over of uitbouwen van robuuste systemen en controles, alsook het inschakelen van een derde partij voor het verkrijgen van een controle-rapport.
Daar zijn mogelijke financiële kosten aan verbonden, zoals het opleiden en/of aanwerven van (extra) medewerkers, administratieve kosten – zowel eenmalige bij de CSRD-opstart, als terugkerende kosten; en ook eventuele kosten voor het verkrijgen van informatie uit de waardeketen.
5. Wat kan u als bedrijf vandaag al doen?
Kies eerst welke thema’s cruciaal zijn voor uw onderneming via een materialiteitsanalyse. Daarna dient u uw huidige rapportage te vergelijken met de CSRD-eisen via een gap-analyse. Wat doet u nu al dat verwacht wordt? Wat doet u nog niet? Daarna kunt u een stappenplan (roadmap) opzetten met daarin de prioriteiten voor uw organisatie. Leg ook doelstellingen vast per thema. Daarna volgt u deze KPI’s verder op.