Softwareontwikkelaars staan voor een nieuwe uitdaging: rekening houden met de energiezuinigheid van hun code. Erik Jagroep ontwikkelde enkele jaren geleden aan de Universiteit Utrecht een slimme energiemeter voor software. ‘Of het nu gaat om servers die cloudtoepassingen zoals AI ondersteunen, of applicaties die lokaal bij bedrijven draaien, minder stroomverbruik betekent een kleinere ecologische voetafdruk.’
Erik Jagroep ontwikkelde enkele jaren geleden tijdens zijn universitaire promotieonderzoek een slimme energiemeter om het stroomverbruik van softwareproducten te meten. Het idee kwam voort uit een zoektocht bij Centric om hun software energiezuiniger te maken.
‘Het bedrijf leverde destijds vooral on-premise producten, die lokaal bij bedrijven draaiden. Maar de overstap naar de cloud bracht nieuwe uitdagingen op vlak van datacenterbeheer en energieverbruik met zich mee’, vertelt Jagroep, die reeds tijdens zijn studies deeltijds aan de slag was bij Centric en daar inmiddels doorgegroeid is tot Enterprise Architect.
De energiemeter van Jagroep bood softwareontwikkelaars inzicht in hoe ze hun producten duurzamer konden maken. Zijn belangrijkste bevindingen benadrukten hoe kleine aanpassingen in code een enorme impact kunnen hebben op het totale energieverbruik.
Als de voordelen van duurzame software de nadelen ruimschoots overtreffen, hebben we volgens mij een optimale balans bereikt.
Erik Jagroep, Enterprise Architect bij Centric
‘Het optimaliseren van één enkel regeltje in de computercode lijkt misschien triviaal, maar op schaal – bij miljoenen transacties – kan dat tot aanzienlijke energiebesparingen leiden. Zowel bij de hardware van eindgebruikers als in datacenters’, legt hij uit.
Energie-intensieve toepassingen onder de loep
Terwijl energiemeters zoals die van Jagroep waardevolle inzichten bieden, blijven nieuwe technologieën zoals AI, blockchain en bitcoinmining de sector uitdagen. Deze toepassingen zijn berucht om hun hoge energieverbruik.
Artificiële intelligentie biedt enorme mogelijkheden, maar het gebruik ervan vraagt veel stroom en legt een zware belasting op datacenters. ‘Dat dwingt ons om kritisch te kijken naar hoe en waar we AI inzetten’, zegt Jagroep.
Hij pleit ervoor om af te wegen of een volledige AI-implementatie wel altijd noodzakelijk is. In bepaalde situaties kunnen lichtere energiezuinigere alternatieven zoals Robotic Process Automation (RPA) even effectief zijn.
Naarmate technologie efficiënter wordt, neemt het gebruik ervan toe, wat opnieuw leidt tot hogere energievraag.
Erik Jagroep, Enterprise Architect bij Centric
‘Hoewel AI en blockchain door hardwareoptimalisaties veel efficiënter zijn geworden blijft de Jevons-paradox spelen: naarmate technologie efficiënter wordt, neemt het gebruik ervan toe, wat opnieuw leidt tot hogere energievraag’, beklemtoont Jagroep.
ESG als aanjager
De groeiende aandacht voor ESG-verplichtingen heeft het bewustzijn binnen de IT-sector flink vergroot. Duurzaamheid is niet langer alleen een interne drijfveer. ‘Klanten, vooral in de publieke sector, hebben op hun beurt ESG-verplichtingen en eisen daarom ook verantwoording van hun IT-leveranciers’, aldus Jagroep. ’Tools en benchmarks zijn daarom essentieel om de impact van software transparant te maken. Dit helpt om bewuste keuzes te maken.’
We moeten er ons vanzelfsprekend bij neerleggen dat slimme softwaretechnologieën die duurzame toepassingen aandrijven zoals windmolens, zonneparken en energiebeheersystemen ook altijd zélf energie zullen verbruiken.
‘Daarom moeten we streven naar een stabiel en acceptabel energieverbruik voor zulke applicaties, vergelijkbaar met hoe het internet wereldwijd ongeveer 2 procent van het totale energieverbruik vertegenwoordigt’, stelt Jagroep.
‘Als de voordelen van duurzame software de nadelen ruimschoots overtreffen, hebben we volgens mij een optimale balans bereikt.’