Duurzaam renoveren? ‘Maak een stappenplan en vermijd dure fouten’

Bedrijven, organisaties en privépersonen staan voor grote uitdagingen nu de energieprijzen stijgen en klimaatdoelstellingen steeds strenger worden. Hoe kunnen we oudere gebouwen renoveren en duurzamer maken zonder dat de kosten onoverkomelijk worden? Rob Cornelissen van Kamp C deelt zijn inzichten. ‘Energie-efficiëntie is belangrijk, maar we mogen geen keuzes maken die andere problemen verergeren.’

Nieuwbouw wordt in België steeds minder relevant door de beperkte beschikbare ruimte. Renovatie speelt daarom een sleutelrol in de toekomst van duurzaam bouwen. Toch vormt de hoge investeringskost vaak een groot obstakel bij het verduurzamen van oudere gebouwen.

‘De energieprestatie-eisen worden steeds strenger, maar niet iedereen kan zich zomaar een grondige renovatie veroorloven’, stelt Rob Cornelissen, inhoudelijk manager bij Kamp C, het centrum voor duurzaamheid en innovatie in de bouwsector.

Gefaseerde aanpak biedt perspectief

Voor bestaande gebouwen raadt Cornelissen aan om gefaseerd te renoveren met een goed stappenplan. ‘Heb je een gebouw met energielabel E of F? Dan is het slim om met een architect of adviseur van een energiehuis een plan op te stellen. Zo kun je prioriteiten stellen: eerst het energieverbruik verlagen, dan isoleren en daarna pas de installaties aanpassen.’

Denk daarbij vooruit: stel dat u later een warmtepomp wilt installeren, zorg er dan nu al voor dat het verwarmingssysteem daarop voorbereid is. Bijvoorbeeld door vloerverwarmingsbuizen meteen te voorzien bij de vloerrenovatie.

Daarnaast vormt het tekort aan vakmensen een uitdaging. ‘Ongeveer 90 procent van de huidige gebouwen zal in 2050 nog steeds bestaan, terwijl elk jaar slechts 1 procent van de gebouwen gerenoveerd wordt’, aldus Cornelissen. ‘Dit betekent dat we een enorme renovatiegolf nodig hebben, en daar hebben we simpelweg onvoldoende vakmensen voor.’

Nieuwe bouwmethodes kunnen helpen om dit te versnellen, denk aan prefab-bouw, waarbij een gebouw in een fabriekshal wordt geproduceerd en op de werf enkel nog gemonteerd wordt.

Ongeveer 90 procent van de huidige gebouwen zal in 2050 nog steeds bestaan, terwijl elk jaar slechts 1 procent van de gebouwen gerenoveerd wordt.

Rob Cornelissen, Inhoudelijk Manager bij Kamp C

Innovatieve financieringsmodellen

Naast traditionele (ver)bouwleningen en subsidies winnen nieuwe innovatieve financieringsmodellen terrein, vooral voor bedrijven en overheidsgebouwen.

‘Een interessante ontwikkeling is hergebruik: binnenwanden en andere bouwcomponenten kunnen tegenwoordig zonder schade gedemonteerd en opnieuw verkocht worden’, zegt Cornelissen. ‘Dit is vooral interessant voor kantoorgebouwen, waar gemiddeld om de zeven jaar een renovatie plaatsvindt.’

Een ander concept dat voor iedereen aan terrein wint, is bouwen met restwaarde. ‘Wij hebben op Kamp C een circulair kantoorgebouw gerealiseerd waarbij de volledige structuur demonteerbaar is.

Normaal gesproken heeft een gebouw na 50 jaar een negatieve restwaarde door de hoge sloopkosten. Ons gebouw heeft nu een restwaarde van 700.000 euro, omdat alle materialen herbruikbaar zijn. Deze waarde zal alleen maar stijgen in de toekomst.’

As-a-service modellen: duurzaam of duurder?

In de zakelijke markt ontstaan ook steeds vaker as-a-service modellen, waarbij bedrijven geen eigenaar zijn van installaties zoals verlichting, zonnepanelen of verwarmingssystemen, maar deze huren via een langdurig (onderhouds)contract. ‘Dit kan interessant zijn voor wie onvoldoende middelen of technische kennis heeft’, legt Cornelissen uit.

Toch is er voorzichtigheid geboden bij deze modellen. ‘Ze zorgen er weliswaar voor dat de dienstverlener zelf energie-efficiënte oplossingen zoekt, omdat die het verbruik beïnvloeden, maar op lange termijn kan dit duurder uitvallen dan wanneer u de systemen zelf koopt en beheert. Daarom is het cruciaal om altijd een financiële vergelijking te maken op lange termijn.’

Gedragsverandering en slimme technologie

Zelfs in een duurzaam gebouw gaat veel energie verloren als gebruikers er niet bewust mee omgaan. ‘Daarom raden we voor kantoren en openbare gebouwen automatisering aan’, zegt Cornelissen.

’Bij ons kantoor is er bijvoorbeeld geen enkele lichtschakelaar. Alles werkt automatisch: verlichting, verwarming en ventilatie passen zich aan op basis van aanwezigheid en gebruik.’

Hoewel energie-efficiëntie een hot topic is, wijst Cornelissen erop dat duurzaamheid een veel bredere scope heeft. ‘De bouwsector is verantwoordelijk voor een enorme CO2-uitstoot. De productie van cement alleen al veroorzaakt 8 procent van de wereldwijde uitstoot – vier keer zoveel als de hele luchtvaartsector.’ Daarom zijn andere aspecten, zoals het gebruik van circulaire materialen (minder afval en hergebruik van bouwcomponenten) en biodiversiteit en klimaatadaptatie (ontharden, groenere gebouwen en beter waterbeheer om droogte en overstromingen te voorkomen) minstens even relevant.