Europa staat voor een grote uitdaging: tegen 2030 moeten sommige verpakkingen minstens voor 35 procent uit gerecycleerd materiaal bestaan. Tegen 2040 wordt dat 65 procent. Vandaag schommelt dit aandeel rond de 10 procent. Chemische recyclage, waarbij plasticafval wordt afgebroken tot de oorspronkelijke bouwstenen, kan het verschil maken om deze ambitieuze doelen te bereiken.
Chemisch of mechanisch recycleren? In de recyclagesector is het een hot topic. De mechanische variant, waarbij kunststofafval wordt gewassen en vermalen tot korrels die als grondstof dienen voor nieuwe producten, is vandaag de meest toegepaste en speelt een cruciale rol in de Europese doelen op het vlak van circulaire economie.
Een van de verschillen met chemische recyclage is dat mechanische recyclage geen onzuiverheden verwijdert uit de kunststof die het verwerkt. Bij vervuilde afvalstromen kan dit leiden tot een concentratie van verontreinigingen en kwaliteitsverlies, wat de toepassingen van het recyclaat beperkt. Voor voedselverpakkingen moet het gerecycleerd materiaal bijvoorbeeld van de hoogste kwaliteit en zuiverheid zijn. Hier kan chemische recyclage een oplossing bieden.
Toch is het geen verhaal van ‘of-of’, maar van ‘én-én’, beklemtoont Saskia Walraedt, directeur van essenscia PolyMatters, dat de belangen van de kunststofsector behartigt. ‘Mechanisch en chemisch recycleren zijn complementair. Maar bij mechanische recyclage blijven er additieven in de kunststof zitten. Chemische recyclage zet plasticafval op moleculair niveau om in grondstoffen voor de productie van nieuwe producten. Dat is het grote voordeel.’
In België staat chemische recyclage nog in de kinderschoenen. Afvalbeheerder Indaver opent in oktober een installatie in de Antwerpse haven. Ook ExxonMobil overweegt een unit voor chemische recyclage in Antwerpen.
ExxonMobil heeft in de Verenigde Staten een installatie voor chemische recyclage. Wat zijn daar de eerste resultaten?
Peter Vandenborne, plant manager van de Antwerpse ExxonMobil-raffinaderij: ‘De installatie bevindt zich op onze site in Baytown, Texas. Sinds anderhalf jaar is ze volledig operationeel en kan ze tot 40.000 ton plasticafval per jaar verwerken. Het is één van de grootste chemische recyclagefabrieken in Noord-Amerika. Als je dat afzet tegenover de Europese markt, die goed is voor zo’n 40 miljoen ton plasticafval per jaar, lijkt dat niet zo veel. Maar chemische recyclage gaat zich de komende jaren uiteraard steeds meer manifesteren.’
Jullie willen in Antwerpen een gelijkaardige installatie bouwen.
Peter Vandenborne: ‘We willen in Antwerpen een kopie bouwen van de installatie in Baytown. Dat is een unit die we kunnen integreren in onze bestaande fabriek. De plannen zijn vergevorderd en we zouden binnen enkele jaren operationeel kunnen zijn.’
Hoe groot is de noodzaak aan die investering?
Kevin Van Geem, hoogleraar aan het Laboratorium voor Chemische Technologie van UGent: ‘Investeringen in chemische recyclage voor meer recycled content in plastics zijn broodnodig in België. We moeten minstens twee versnellingen hoger schakelen om de ambitieuze Europese doelen te halen. We blijven rekenen op mechanische recyclage, maar de rol van chemische recyclage moet toenemen. In eerste instantie op basis van pyrolyse, want die technologie is op dit moment het sterkst ontwikkeld. Het is ook een techniek die gekoppeld kan worden aan bestaande installaties. Maar nieuwe investeringen zijn niet evident. Want laat ons eerlijk zijn: de Europese industrie staat onder druk.’
Hoe duurzaam is chemische recyclage?
Kevin Van Geem: ‘Duurzaamheid is een moeilijk begrip. Om dat goed in kaart te brengen, kijk je volgens mij best naar de CO2-voetafdruk van een product tijdens zijn levenscyclus. De CO2-voetafdruk van plasticproductie op basis van chemische recyclage ligt momenteel 40 procent lager dan de productie op basis van fossiele grondstoffen.’
‘Op termijn zal dat stijgen naar 95 procent als we rekening houden met de verbeteringen die er de komende jaren gaan gebeuren. Als we dat kunnen combineren met meer groene stroom en minder import van grondstoffen uit verre landen, kunnen we grote stappen zetten.’
Chemische recyclage is ook nodig om materialen te recycleren die anders niet recycleerbaar zijn. Het kunstgras, dat je op sportvelden vindt, is bijvoorbeeld heel moeilijk mechanisch te recycleren.
Peter Vandenborne, plant manager raffinaderij Antwerpen bij ExxonMobil
In België staat chemische recyclage nog in de kinderschoenen. Moet daar meer werk van gemaakt worden?
Saskia Walraedt: ‘Dat is absoluut noodzakelijk. We weten dat fossiele grondstoffen eindig zijn. En dat we andere oplossingen moeten zoeken. Daarom hebben we chemische recyclage meer dan nodig, zeker voor toepassingen die een hoge graad van zuiverheid vereisen, zoals verpakkingen in de voedingsindustrie.’
‘Ook voor afval dat niet mechanisch gerecycleerd kan worden, is chemische recyclage de oplossing. Je mag niet vergeten dat we al sinds de jaren ’90 met mechanische recyclage bezig zijn. En toch moeten we nog meer recycleren. Er is dus aanvullende technologie nodig.’
Is er een rendabel verdienmodel voor chemische recyclage?
Saskia Walraedt: ‘Ja, uiteraard, maar het is niet evident. Chemische recyclage vraagt veel investeringen en tijd. Om een installatie operationeel te krijgen, moeten er verschillende fases worden doorlopen: van het labo naar een semi-piloot en pilootproject om vervolgens op te schalen naar een volwaardige unit. Het is een langetermijninvestering, die de eerste jaren moeilijk kan zijn.’
Met welk beleid is de sector dan het meest gebaat?
Peter Vandenborne: ‘We hebben alle technologieën, mechanische en chemische recyclage, nodig om de recyclagedoelstellingen te halen. Daarom vragen we in de eerste plaats een beleid dat technologieneutraal is en een gelijk speelveld creëert.’
’We hebben ook een beleid nodig dat een rekenmethode erkent – zoals die van de massabalans – om de hoeveelheid bruikbare grondstoffen uit kunststofafval te kwalificeren als gerecycled materiaal dat in andere producten kan worden verwerkt.’
‘Het vergunningsbeleid is uiteraard ook belangrijk. In België is het vaak erg moeilijk om een vergunning te krijgen voor bepaalde installaties. Bovendien geloven we niet in subsidiëring als duurzaam model. Subsidies zijn goed om iets op te starten, maar daarna moet de markt zijn werk kunnen doen.’
Op die markt speelt ook de olieprijs een rol. Als die laag is, daalt de prijs van zogenaamd virgin plastic. Dan is het toch verleidelijk voor producenten om nieuw plastic te importeren?
Kevin Van Geem: ‘Die olieprijs speelt een rol, maar er is meer. Er komt ook materiaal naar hier uit landen die geen vrijemarkteconomie kennen. Dat is ook een vorm van concurrentie. Momenteel wordt er veel plastic van buiten Europa geïmporteerd dat vaak wordt geproduceerd op basis van kolen als brandstof. De productie van die plastics resulteert in een zeer hoge CO2-uitstoot. Dat is voor mij een no-go.’
‘We moeten de competitiviteit van onze eigen industrie vrijwaren. Als Europa beslist dat producten hier voor 35 procent uit gerecycleerd materiaal moeten bestaan, maar tegelijk import toelaat die niet aan die norm voldoet, dan zal er hier niets gebeuren en verschuift de productie naar het buitenland.’
Saskia Walraedt: ‘Europa heeft een open economie, maar we moeten voorzichtig zijn met de recycled content targets die we onszelf opleggen. Ze zijn nuttig om investeringen aan te wakkeren, maar mogen niet marktverstorend zijn. Als die targets te hoog liggen op het moment dat het aanbod nog te laag is, zal de prijs van het recyclaat enorm stijgen. Dat creëert kansen voor niet-Europese producenten van gerecycleerd materiaal die lagere kostenmodellen hanteren.’
‘In plaats van meer investeringen in Europa krijgen we dan meer import van buiten Europa. Dat zijn perverse effecten waar we voorzichtig mee moeten omgaan. Er zijn de voorbije jaren overal ter wereld recyclagefaciliteiten bijgekomen. Het Europese aandeel wordt steeds kleiner. En ik begrijp wel dat we klimaatneutraal willen zijn, maar we willen er ook alles aan doen om onze industrie hier houden.’
We mogen België gerust een recyclagekampioen noemen. Volgens Plastics Europe bedroeg in 2022 de recyclagegraad in ons land 39 procent, tegenover een Europees gemiddelde van 27 procent. Daarmee scoren we het best in Europa. Het aandeel gerecycleerde plastic in nieuwe producten is een ander verhaal. Dat ligt in ons land op 10 procent, een stuk onder het Europees gemiddelde. Hoe komt dat?
Saskia Walraedt: ‘Je moet inderdaad een onderscheid maken tussen recycling rate en recycled content. De recyclagegraad is de hoeveelheid van het opgehaalde afval dat naar recyclage gaat. Dat doen we erg goed. Daarnaast is er het percentage aan recyclaten dat opnieuw in nieuwe producten wordt ingezet. Op dat vlak lopen we achter op het Europees gemiddelde. Dat komt omdat Belgische kunststofverwerkers vooral actief zijn in verpakkingen met hoge kwaliteitseisen, zoals voor voedselcontactoepassingen of voor medische toepassingen. Momenteel mogen er voor die verpakkingen geen recyclaten gebruikt worden. Er zijn enkele uitzonderingen, zoals het gebruik van gerecycleerde PET en enkele specifieke gevallen van closed loop recycling van polyolefinen. Het is dus vooral een kwestie van wetgeving.’
‘Op Europees niveau een aanvraag indienen voor een nieuw procedé is een werk van lange adem. Het is hemeltergend om te zien hoe lang het European Food Safety Agency doet over de evaluatie van nieuwe recyclagetechnologieën. Er is een mismatch tussen de timing van de Europese doelen op het vlak van recycled content en de procedures die het gebruik van nieuwe technologie toelaten.’
Er is een mismatch tussen de timing van de Europese doelen op het vlak van recycled content en de procedures die het gebruik van nieuwe technologie toelaten.
Saskia Walraedt, directeur essenscia PolyMatters
Speelt chemische recyclage dan een essentiële rol voor bijvoorbeeld de voedselveiligheid?
Kevin Van Geem: Dat is zo en dat is zeker iets dat we moeten beklemtonen. Met chemische recyclage maak je een product dat even veilig is als het oorspronkelijke product. Bij mechanische recyclage heb je altijd het risico op vervuiling. In het kader van voedselveiligheid is chemische recyclage een logische stap.’
Peter Vandenborne: ‘Chemische recyclage is ook nodig om materialen te recycleren die anders niet recycleerbaar zijn. Het kunstgras, dat je op sportvelden vindt, is bijvoorbeeld heel moeilijk mechanisch te recycleren. Onze technologie voor chemische recycling kan moeilijk te recycleren plasticafval, zoals kunstgras, verwerken en omzetten in grondstoffen van virgin quality (alsof het nieuw is). Die kunnen worden gebruikt voor de productie van een breed scala aan nieuwe producten.’
Een andere Europese maatregel die op komst is, gaat over de export van plasticafval. Tegen 2026 mag dat afval niet meer geëxporteerd worden naar niet-OESO-landen. Vanuit de haven van Antwerpen vertrekt er jaarlijks 400.000 ton plastic naar die regio’s. Waar moet dat afval naartoe?
Saskia Walraedt: ‘Die 400.000 ton is voor alle duidelijkheid niet enkel Belgisch afval. Een groot stuk daarvan komt uit andere EU-landen. Maar die ban komt er inderdaad heel snel aan en het is een enorme uitdaging. Europa doet dat om alle vormen van recyclage een boost te geven en de grondstoffen hier te houden. Maar als er niet genoeg installaties zijn, zal het afval zich ophopen.’
Hoeveel installaties voor chemische recyclage zouden er in Europa moeten bijkomen?
Kevin Van Geem: ‘Je moet rekenen dat een gemiddelde installatie een capaciteit heeft van 50.000 tot 150.000 ton per jaar. In Gent komt er capaciteit bij, in Antwerpen ook, telkens ongeveer 100.000 ton. Indaver maakt er ook werk van. Als er hier en daar nog wat capaciteit bijkomt, gaan we dat wel halen. We moeten ervan bewust zijn dat pyrolyse niet alles aankan. Er moeten nog andere technologieën worden ontwikkeld, zoals vergassing, maar we zijn er nu nog niet. In de komende vijf jaar zal zeker niet alles opgelost zijn. Er zijn nog bijkomende investeringen nodig.’
Kunnen we ooit evolueren naar plastic producten die voor 100 procent bestaan uit gerecycleerd materiaal?
Kevin Van Geem: ‘Ooit hopelijk wel, maar niet in de komende 10 of 20 jaar. Die kans acht ik heel klein. Op dit moment is er in alle processen altijd een bepaald verlies. In deze context zijn de definitie en certificatie van recycled content erg belangrijk. Hoe ga je alles berekenen en controleren? Dat systeem moet ook wereldwijd aanvaard worden. Het heeft geen zin dat Amerika andere criteria hanteert voor gerecycleerd materiaal. Dat is één van de grote uitdagingen op wereldniveau. We moeten tot een gemeenschappelijke definitie komen.’
Met chemische recyclage maak je een product dat even veilig is als het oorspronkelijke product.
Kevin Van Geem, hoogleraar aan het Laboratorium voor Chemische Technologie aan UGent
Is Europa te voortvarend in jullie ogen? Willen wij te hard een pioniersrol vervullen op vlak van duurzaamheid?
Saskia Walraedt: ‘Europa wil een voortrekkersrol spelen. En we zetten zaken in gang. Maar soms zijn we te naïef wanneer we denken dat de rest van de wereld ons zal volgen. Dat is niet noodzakelijk zo. Als je naar ons aandeel kijkt in de wereldeconomie, wordt Europa steeds minder belangrijk. We moeten ervoor zorgen dat onze industrie nog meekan. We kunnen niet klimaatneutraal worden als onze industrie wegkwijnt omdat ze niet langer competitief is. Dat gaat ten koste van onze welvaart.’
Kevin Van Geem: ‘Wetgeving moet duidelijk en eenvoudig zijn. En ze mag niet alleen naar Europa kijken, maar ook naar wat er gebeurt in de rest van de wereld. Als die wetgeving er niet komt, zullen de investeringen hier niet gebeuren. Een bedrijf kan maar één keer 1 of 10 miljard uitgeven. Een bedrijf kiest om dat uit te geven op een plaats waar het een redelijke opbrengst kan krijgen. Als die redelijke opbrengst er niet is, zal de investering niet gebeuren.’
Misschien moeten we gewoon minder plastic gaan gebruiken?
Saskia Walraedt: ‘Dat kan een deel van de oplossing zijn, maar je kan niet voorbijgaan aan de vele essentiële toepassingen waarin kunststoffen onmisbaar zijn: van de smartphone in je zak tot de zonnepanelen op je dak. Je moet ook rekening houden met de groei elders in de wereld. Kijk naar China en India waar de welvaart in stijgende lijn zit. Je kan tegen hen moeilijk zeggen: nu is het genoeg, de kraan gaat toe. Veel belangrijk is ervoor te zorgen dat er wereldwijd veel meer selectief wordt ingezameld en dat afval geen afval meer wordt, maar een nieuwe grondstof.’
DISCLAIMER
De standpunten en meningen die worden geuit door sprekers van derden in dit debat weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het officiële beleid of standpunt van ExxonMobil. Het opnemen van een specifiek standpunt van derden betekent niet dat ExxonMobil dit onderschrijft.